Aleppo. De verwoeste spookstad met haar uitgehongerde, wanhopige inwoners. Waar de ‘White Helmets’, de vrijwillige hulpverleners die de Nobelprijs voor de Vrede niet wonnen (!), met gewonde baby’s onder de armen in doodsangst door de staten rennen voor hun leven. Waar in kapot gebombardeerde kinderziekenhuizen in allerijl wordt gezocht naar medicijnen. Kapot gebombardeerde kinderziekenhuizen... Think about it. De stad waar medewerkers van het Rode Kruis zonder gene worden afgeschoten en waar de straten bezaaid liggen met lijken van vaders, moeders en kinderen. Families die ooit een normaal leven kenden maar nu levenloos en gescheiden tussen het puin liggen. Onverteerbaar. De beelden grijpen me elke keer opnieuw naar de keel. Ik schaam mij diep.
Het zal niet lang duren voordat er een inzamelingsactie op tv wordt gelanceerd. Giro 555 ‘Geef voor de wederopbouw van Syrië’. Hartstikke goed initiatief natuurlijk, maar het had nog fijner geweest als we het land niet en masse finaal aan puin hadden laten schieten. Maar... We zullen kijken en heimelijk genieten van de eensgezinde verontwaardiging van BN-ers die roepen dat dit ‘anno 2016 toch echt niet meer kan.’ Als afsluiter zullen we gezamenlijk meeneuriën met de ‘Artiesten voor Syrië' kerstsingle waarvan de opbrengst 'in zijn geheel' naar de hulpbehoevenden zal gaan. Wat overigens in de praktijk neerkomt op een ’aanzienlijk deel van de opbrengst’, aangezien uiteraard eerst alle kosten moeten worden gedekt. It's a sick world after all. Beleefd applaus van het publiek zal volgen en geëmotioneerde gezichten zullen tranen de vrije loop laten gaan. Het hele scenario professioneel ondersteund door shockerende beelden waarmee iedereen nog even extra hard met de neus op de feiten wordt gedrukt. ‘Nee lieve mensen, zo ziet u maar weer; Oorlog is verschrikkelijk… Ik wens u desondanks nog een fijne avond’. De presentator verdwijnt met een sierlijke zwaai achter de coulissen en thuis en in de zaal zal een zucht van verlichting voelbaar zijn. Wat een indrukwekkend avond. Met een gepaste bijdrage sussen we ons geweten en even later verbreken we de verbinding. Zo... Rust in huis. Weg met de angst en de ellende. Gelukkig is die godvergeten oorlog ver weg.
Interesseert het ons eigenlijk nog wel? Zijn we zo langzamerhand wellicht een beetje oorlogsmoe? Kunnen we überhaupt wat doen? Protesteren op straat? Zal iemand naar ons luisteren en vervolgens iets kunnen of willen ondernemen? ‘Laat het nooit meer gebeuren’ roepen ze op vier mei. Hoewel dat natuurlijk een mooi gedachtegoed is blijft geld natuurlijk wel geld, want ondertussen zijn we wel een van de grootste wapenexporteurs ter wereld. En mocht je denken dat jij en ik daar niet aan meebetalen… Think again! It's a sick world after all.
De kinderen van Syrië. De kleintjes verlamd van angst. Het grijpt me naar de keel en mijn hart huilt van machteloosheid als ik zie wat 'volwassenen' hun aandoen. Zouden ze ’s nachts kunnen slapen, of houdt de honger hun wakker? Zouden ze denken aan hun vermiste broertjes of zusjes? Aan hun ouders die voor hun ogen onder luid gejoel in brand werden gestoken? Wellicht liggen ze wakker van inslaande bommen. Of door kogels van losgeslagen schreeuwende milities midden in de nacht. Ik kan er met mijn hoofd niet bij. Ik tel ondertussen mijn zegeningen. Het voel alsof ik ze in de steek laat. Alsof ik faal. Ik denk aan mijn kinderen die veilig en beschermd in hun warm bedje liggen. Ik wens hen hetzelfde. Maar wat kan ik doen?
Waar kunnen de kids heen als ze niet eens oud genoeg zijn om voor henzelf te zorgen? Waar kan je überhaupt heen als je nog niet kan lopen, laat staan praten? Het walgelijke onrecht grijpt me naar de keel. Onschuldige kids die stikken door gifgasaanvallen... Ik kan er met mijn hoofd niet bij. Ik wil er ook niet bij, want ik zal het nooit kunnen begrijpen. En wij? Wij hebben gefaald. We hebben gefaald de onschuldigen te beschermen. Tegen ons. Tegen de Russische, Iranese en Syrische monsters. Tegen Assad. En dan bestaan er in Nederland mensen die roepen, nee schreeuwen, dat de grenzen dicht moeten voor dit soort ‘gelukzoekers’. Ik schaam me diep.
We mogen blij zijn dat we reeds eenenzeventig jaar in vrijheid leven. Vrijheid die zwaarbevochten is. Wij leven in een land waar iedereen mag zeggen wat hij of zij wil. Waar we het met elkaar oneens kunnen zijn zonder direct in de gevangenis te belanden of vermoord worden. Waar we het, over het algemeen, goed hebben. Waar onze kinderen 's nachts slapen en geen doodsangsten hoeven uit te staan in donkere schuilkelders. Waar geen bommen vallen en waar geen chronische onderdrukking en angst heerst. Wij zijn vrij. Zij zijn dat niet.
De mens heeft Syrië collectief verraden en verlaten. We hebben het land en haar inwoners de rug toegekeerd en de 'red line' weggemoffeld. Gifgasaanvallen. We hebben het geweten en weggekeken. Ik schaam me diep voor het bloed van de Syrische kinderen.